Volgende zomer komt er een foto van een bloem bij.
 |
Vingerhoedskruid | |
Uit de wikepedia:
Medisch
De plant bevat de
glycosiden:
digoxine,
gitoxine en
gitaline[1]
en is erg giftig. Digoxine wordt gewonnen uit de bladeren van
tweejarige planten en wordt gebruikt bij behandeling van bepaalde
hartritmestoornissen (
atriumfibrilleren) en (steeds minder) bij de behandeling van
hartfalen. Deze toepassing is voor het eerst beschreven door de Engelse arts
William Withering
(1741-1799) uit Birmingham, die waarnam dat een kruidenmengsel van een
lokale kruidengenezeres ("old Mother Hutton" uit Shropshire) zeer
effectief was bij ernstig oedeem van de benen. Hij ontdekte dat
vingerhoedskruid het effectieve bestanddeel in het mengsel was en
publiceerde deze bevinding in 1785 in zijn boek "An Account of the
Foxglove and some of its Medical Uses". Hoewel hij het middel voor
oedemen aanbeval en de werkingswijze hem niet bekend was, was hem wel
opgevallen dat het de pols verlangzaamt: "it has a power over the motion
of the heart, to a degree yet unnobserved in any other medicine, and
(...) this power may be converted to salutary ends".
[2]
De plant wordt gerekend tot de zogenaamde
heksenkruiden, het wordt soms genoemd als ingrediënt voor
heksenzalf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten