vrijdag 18 november 2011

Vingerhoedskruid

Volgende zomer komt er een foto van een bloem bij. 

Vingerhoedskruid
Uit de wikepedia:

Medisch

De plant bevat de glycosiden: digoxine, gitoxine en gitaline[1] en is erg giftig. Digoxine wordt gewonnen uit de bladeren van tweejarige planten en wordt gebruikt bij behandeling van bepaalde hartritmestoornissen (atriumfibrilleren) en (steeds minder) bij de behandeling van hartfalen. Deze toepassing is voor het eerst beschreven door de Engelse arts William Withering (1741-1799) uit Birmingham, die waarnam dat een kruidenmengsel van een lokale kruidengenezeres ("old Mother Hutton" uit Shropshire) zeer effectief was bij ernstig oedeem van de benen. Hij ontdekte dat vingerhoedskruid het effectieve bestanddeel in het mengsel was en publiceerde deze bevinding in 1785 in zijn boek "An Account of the Foxglove and some of its Medical Uses". Hoewel hij het middel voor oedemen aanbeval en de werkingswijze hem niet bekend was, was hem wel opgevallen dat het de pols verlangzaamt: "it has a power over the motion of the heart, to a degree yet unnobserved in any other medicine, and (...) this power may be converted to salutary ends".[2]

[bewerken] Heksenkruid

De plant wordt gerekend tot de zogenaamde heksenkruiden, het wordt soms genoemd als ingrediënt voor heksenzalf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten